Opgehaald en bezorgd vanaf €29KopersbeschermingAlle Designer items gecureerd door Whoppah Download de Whoppah App – ontvang meldingen & verkoop makkelijker
Studio 45 typemachine van Ettore Sottsass voor Olivetti 1967
€ 180,-
0 mensen bekijken dit item0 keer al een favoriet
Koop met vertrouwen
Koop & betaal veilig met onze KopersbeschermingAlle designeritems door Whoppah gecureerdWe betalen de verkoper pas uit als jij het item goed hebt ontvangen
Vertrouwde betaalmethoden
Best beoordeeld op
Over deze verkoper
RIVE DE GIER, FrankrijkOp Whoppah sinds januari 2025 • 11 verkopen
Iconische en magnifieke Studio 45 typemachine van Ettore Sottsass voor Olivetti.
Barcelona, Spanje, 1967
Dit iconische verzamelobject is ook te zien in het Centre Pompidou in Parijs en het Art Institute of Chicago.
Foto's.
Gemaakt van ABS, metaal en rubber.
Inclusief originele draagtas.
Alle documentatie aanwezig.
Werkt perfect.
Breedte 34 cm.
Diepte 36 cm.
Hoogte 15 cm.
Uitzonderlijke staat, als nieuw.
Alleen de draagtas heeft een barst.
Ettore Sottsass:
Ettore jr. werd in 1917 geboren in Innsbruck, Oostenrijk, in de geboortestreek van zijn moeder. Hij werd beschouwd als een architect van zijn kaliber. Zijn ouders verhuisden in 1929 naar Turijn, omdat de beste architectuurschool van Italië daar gevestigd was en Ettore sr. wilde dat zijn zoon daar zou studeren. Hoewel hij dol was op schilderen, gaf Ettore jr. toe aan de wensen van zijn vader en behaalde in 1939 een diploma in architectuur.
Direct na zijn afstuderen werd hij opgeroepen voor het Italiaanse leger en bracht hij het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog door in een Joegoslavisch concentratiekamp.
"Er was niets dapper of prettigs aan die belachelijke oorlog waarin ik vocht," schreef Sottsass.
"Ik heb niets geleerd." "Het was tijdverspilling."
Na de oorlog werkte hij samen met zijn vader aan woningbouwprojecten, voordat hij in 1946 naar Milaan verhuisde om een tentoonstelling van ambachten voor de Triënnale voor te bereiden. In het daaropvolgende decennium wijdde Sottsass zich aan zijn passie voor schilderen, schreef hij voor Domus, kunst- en architectuurtijdschriften, ontwierp hij decors en werkte hij als architect en industrieel ontwerper.
In 1957 werd Sottsass creatief adviseur voor Polotronova, een meubelfabriek in de buurt van Florence. In 1958 accepteerde hij een veeleisendere adviesfunctie bij de elektronica-afdeling van Olivetti, het Italiaanse industriële concern. Sottsass werd aangenomen door Adriano Olivetti, de oprichter, en werkte samen met diens zoon, Roberto. Samen met ingenieur Mario Tchou creëerden ze een reeks toonaangevende producten, technisch innovatief en esthetisch aantrekkelijk dankzij Sottsass' liefde voor popart en beatcultuur. Ze wonnen de prestigieuze Compasso d'Oro-prijs. Sottsass won de d'Oro in 1959 met de Elea 9003, de eerste Italiaanse rekenmachine, en bracht een revolutie teweeg in het ontwerp van typemachines met Olivetti's eerste elektronische model, de Tekne.
Gedurende de jaren 60 reisde Sottsass naar de Verenigde Staten en India, bleef een centrale figuur in de Italiaanse avant-garde en ontwierp meer iconische producten voor Olivetti. Het hoogtepunt hiervan was de Valentine-typemachine in felrood plastic, die hij omschreef als "een balpen onder de typemachines". Veel later zou Sottsass de Valentine afwijzen, omdat hij die "te voor de hand liggend" vond, "een beetje zoals een meisje met een heel kort rokje en te veel make-up". Toch wordt het tot op de dag van vandaag nog steeds beschouwd als een iconisch "pop"-product. Zijn meubelontwerpen waren eveneens invloedrijk, met name de "Superbox" die hij voor Polotronova ontwikkelde. In 1972 nam Sottsass deel aan de nieuwe tentoonstelling Domestic Landscape in het MoMA in New York.
Eind jaren zeventig werkte Sottsass samen met Studio Alchymia, een groep avant-garde meubelontwerpers waaronder Alessandro Mendini en Andrea Branzi, aan een tentoonstelling op de meubelbeurs van Milaan in 1978. Twee jaar later ging Sottsass zijn eigen weg en vormde hij samen met Mendini een nieuw collectief, Memphis, met Branzi en zo'n twintig andere ontwerpers, waaronder Michele De Lucchi, George Sowden, Matteo Thun en Nathalie du Pasquier.
Memphis belichaamde de thema's waarmee Sottsass al sinds zijn 'superboxen' uit het midden van de jaren 60 experimenteerde: felle kleuren, kitscherige patronen en goedkope materialen zoals laminaat. Maar deze keer trokken ze de aandacht van de media en designkenners. Memphis (vernoemd naar een nummer van Bob Dylan) werd vervolgens gepresenteerd als de toekomst van design. Voor de jonge ontwerpers van die tijd was het een intellectuele bliksemafleider, die hen bevrijdde van het rationalisme dat ze op de universiteit hadden geleerd en hen in staat stelde een meer vloeiende en conceptuele benadering van design te hanteren. Het werk van het Memphis-collectief werd over de hele wereld tentoongesteld totdat Sottsass begin 1985 vertrok.
Hij richtte zich vervolgens op Sottsass Associati, de architectuur- en designgroep waar hij samenwerkte met voormalige Memphis-leden en jongere medewerkers, zoals de ontwerpers en architecten James Irvine en Johanna Grawunder. Sottsass keerde in 1985 terug naar de architectuur toen hij werd gevraagd het nieuwe concept voor de Esprit-winkels te ontwerpen.
Hij ontwierp ook een reeks privéwoningen – waaronder een in Palo Alto voor industrieel ontwerper David Kelley – en openbare gebouwen, met name de luchthaven Malpensa in Milaan. Sottsass Associati werkte ook voor Apple, NTT, Philips en Siemens, terwijl Sottsass zelf zijn ambachtelijke projecten in glas en keramiek voortzette. Ettore Sottsass wordt in Italië vereerd als de nestor van het 20e-eeuwse design en wordt door jonge buitenlandse ontwerpers, zoals Ronan en Erwan Bouroullec, als voorbeeld genomen vanwege de omvang én de kwaliteit van zijn werk.
Hij overleed op 31 december 2007 in zijn huis in Milaan op 90-jarige leeftijd.
Specificaties
ConditieUitstekendKleurenMint groenMateriaalKunststofAantal stuks1Hoogte16 cmBreedte34 cmDiepte36 cm